Interview met schrijfster Claudia Boon

Vraag 1

Claudia, wil je jezelf kort introduceren?

Ik ben de auteur van de serie: Het Laatste Drakenei. Ik ben 29 jaar oud en ik woon in Leiden.

Vraag 2

Hoe is jouw reis van boeken schrijven begonnen?

Vroeger schreef wel korte verhalen of begon ik met een verhaal, maar ik maakte hem nooit af. Ik tekende ook manga (comics) en wilde toen ik een kind was het liefst mangaka (striptekenaar) worden. Ik had altijd verhalen in mijn hoofd en dagdroomde erover en schreef af en toe wat op en tekende de personages. Op een dag had ik opeens het verhaal over een laatste drakenei in mijn hoofd en besloot het te gaan schrijven. Ik was zo enthousiast dat ik een hele wereld maakte en allemaal personages verzon. Ik bleef motivatie hebben en opeens had ik een heel boek geschreven. Daarna begon het toch te kriebelen om het uit te geven.

Vraag 3

– Je bent in 2020 gedebuteerd met “Helende Bladeren”. Hoe veel delen komen er nog en heb je naast deze serie nog andere plannen/ambities? –

Er komen in totaal 6 boeken van Het Laatste Drakenei serie. Daarnaast heb ik een stand alone en 2x een trilogie in mijn hoofd. Allemaal YA Fantasy.

Vraag 4

– Hoe zou jij jouw hoofdpersonen omschrijven?

  • Eilika is altijd erg sociaal, enthousiast en nieuwsgierig, maar soms kan ze impulsief en erg naïef zijn.
  • Solix is zorgzaam en vrijgevig. Hoewel hij af en toe te veel hooi op zijn vork neemt en onzeker is.
  • Aster is ordelijk, toegewijd en eerlijk. Ze kan wel koppig en veroordelend zijn.
  • Ylva is spontaan, modieus en stoutmoedig, maar snel verveeld en best gevoelig.
  • Cieri is kalm, innovatief en inzichtelijk. Soms onwetend met gevoelens van anderen en vaak gereserveerd.

Vraag 5

In welke taal/talen lees jij?

Ik lees in het Nederlands en Engels.

Vraag 6

– Wat was het laatste boek waarvan jij onder de indruk was? Wat maakte het zo speciaal?

Dat was The Cruel Prince trilogy. Het kwam voornamelijk door Jude, de hoofdpersoon. Ik vond haar stoer en heel realistisch geschreven.

Vraag 7

Jij houdt net zoals ik van fantasy. Welk trope lees jij stiekem graag en waarvan zou je willen dat er meer over werd geschreven?

De tropes die ik leuk vind worden wel vaak over geschreven, maar ik zou wel vaker over de villain willen lezen of gewoon wat meer morally grey personages.

Vraag 8

Jij laat regelmatig fan art maken. Hoe voelt dat proces voor jou? Ben je er even enthousiast over als jouw volgers?

Ja, het voelt toch wel echt fijn om je personages opeens getekend te zien 🙂 Ik heb gekozen voor Nederlandse tekenaars voor mijn cover en art van de personages, dat vond ik fijner qua communicatie en omdat het toch wel je eigen land is en ze kunnen beide super mooi tekenen. Voor de schattige draken art die ik wilde gebruiken op mokken etc. heb ik gewoon gekeken wie het beste tekenstijl daarvoor had.

Vraag 9

Wat is jouw favoriete magische wezen en wat zou je doen als je er eentje in het echt tegenkomt?

Een draak natuurlijk! Maar waarschijnlijk zou ik wegrennen haha. Meestal zijn draken niet zo lief.

Vraag 10

Welke genres lees jij graag en maak je wel eens een uitstapje?

Voornamelijk fantasy en soms science fiction en dystopian. Ik heb 1 keer comtempary gelezen en dat was red, white and royal blue. De romance was wel leuk, maar verder is het eigenlijk niet mijn ding.

Vraag 11

Wat is voor jou het leukst aan schrijven?

Dat je personages en je wereld tot leven komen 🙂

Dankjewel, Claudia, dat je je wilde laten interviewen door mij. Vond jij dit interview leuk en wil je Claudia volgen? Dat kan op meerdere manieren:

Facebook: https://www.facebook.com/authorclaudiaboon

Instagram: https://www.instagram.com/claudiaboon_author/

Website: https://claudiaboon.com/nl/

Lees hier meer over het boek “Helende Bladeren”.

Wil jij Claudia Boon in het echt ontmoeten en persoonlijk een handtekening halen? Zij staat samen met mij en Jennifer Wagemans voor het eerst op “Fable & Fantasy” op 17 & 18 juli, Rensenpark te Emmen. Kom gezellig langs!

Relatie met taal

Wist jij dat ik met Maruna, de taal die in Pyrbona Gy in de boeken van Jonas Dubelaar, ben begonnen toen ik 13 was? En wist je dat ik 6 talen op de middelbare heb gehad en ik die nu aan het uitbreiden ben naar 10? In de 4e klas ben ik blijven zitten omdat ik heel graag een bèta wilde zijn en ik heb geleerd dat ik toch meer talent voor taal heb dan wiskunde en natuurkunde. Voor mijn 16e had ik daar geeeeen benul van! Ik had namelijk in alles interesse. Het was zelfs zo erg dat toen mijn ouders wilden verhuizen naar Australië, ik niet wilde omdat ik dan Engels moest leren spreken. Dat was wel grappig, want dat is de eerste taal die ik na het Nederlands uiteindelijk goed heb leren beheersen.

Technologie én lezen

Toch is er altijd een rode draad te vinden, achteraf. Ik schrijf onder andere boeken omdat ik als kind ook veel boeken gelezen heb. Ik ben opgegroeid in de tijd dat het internet zich als normaal begon te manifesteren. Ik vond het prachtig om thuis films op video’s en later dvd’s te kijken. Ik had nog een cd-speler waarin cd’s en cassettes konden. Ook vond ik het erg leuk om op mijn Gameboy Advanced te spelen. Ondanks al die dingen die tot mijn beschikking waren, had ik een grote liefde voor boeken. Ik las vaak ‘s avonds en ‘s ochtends in het weekend. Ik kwam vaak met 12 boeken thuis van de bieb en die had ik na 3 weken ook uit.

Wiskunde en taal

Ik geloof dat dit mij heeft geholpen met het ontwikkelen van taalvaardigheid (net zoals mijn vader die mij steevast verbeterde). Ik vond het een mijlpaal dat ik in groep 6 of 7 AVI uit was. Ondertussen leerde ik al een beetje Engels in theorie en in de praktijk, en op de middelbare school kwam daar Frans, Duits, Grieks, Latijn en Spaans bij. Zoals je al hebt kunnen lezen, ben ik geen ster in wiskunde. Het is dan ook ironisch, misschien wel rebels, dat ik tijdens een wiskundeles ben begonnen met de eerste letters, uitspraken en woordjes van Maruna.

We hadden een blokuur wiskunde en tijdens de pauze stond ik voor de spiegel van de wc en begon ik te experimenteren met uitspraken. Uiteindelijk besloot ik dat “ftr” een leuk kenmerkend element van mijn magische taal kon worden. Mijn idee was dat je tijdens het uitspreken je tong achter je tanden van links naar rechts (of andersom) laat glijden. Ik heb daarna het alfabet gecreëerd, een paar woordjes, zinnetjes en uiteindelijk vond ik dat ik een grammaticaal overzicht nodig had, om de consistentie in de taal te behouden. Tegen deze tijd was ik 15 jaar en bracht ik “Vitya Malonti” uit.

Van bestaande naar verzonnen taal

Na mijn middelbare school ben ik een taal gaan studeren. Chinastudies valt niet te reduceren tot alleen een taalstudie, maar je bent toch 4 dagen in de week intensief bezig met het leren van de Chinese taal. Naast mijn studie gaf ik bijles in Engels, Grieks en Latijn. Toen was het voor mij echt duidelijk dat ik aanleg en interesse in taal had. Ik begon leenwoorden te bedenken uit verschillende talen, zoals oud Engels (specifiek futhark) en natuurlijk Chinees. Ik zal je een voorbeeld geven waarvan ik denk dat mensen het niet zelf uit de boeken zullen halen. Het woord “shyn” in Maruna betekent “boek” en dit is geïnspireerd door het Chinese “shu” (书/書) wat hetzelfde betekent. De consistentie van de magische taal die ik heb verzonnen zie je terug in de letters “y” en “n”, die vaak voorkomen in de taal, net zoals “s”.

Zo zie ik dus dat taal een rode draad in mijn leven is. Nu verzint echt niet iedereen die interesse heeft in taal zijn/haar eigen taal zoals ik, maar ik ben toch benieuwd naar wat jouw relatie met taal is. Heb je het altijd leuk gevonden, of altijd niets, of is het net zoals bij mij over de jaren heen veranderd?

De naam “Jonas Dubelaar”

Toen ik op mijn 13e begon te schrijven aan de serie Jonas Dubelaar, was het eerste wat ik vond dat ik moest weten een naam. Op Jonas kwam ik al snel, omdat ik een naam wilde die voor mij een normale naam was, een naam die niet schreeuwde “dit is een held!”. No offense naar mensen die Jonas heten, natuurlijk. Ik wilde een verhaal schrijven over een normaal iemand, die door zijn eigen kracht uiteindelijk een held kon worden, en de naam moest daar symbolisch voor zijn. Iets wat ik over het hoofd heb gezien is de connectie tussen “Jonas” en het feit dat ik over draken schrijf. Het gebeurt nog wel eens dat mensen “Jonas” verwarren met “Joris” (en de draak).

Een achternaam

Dan restte nog een achternaam… Daar deed ik wel eventjes over. In deze periode van mijn leven woonden mijn opa en oma naast ons, gescheiden door een tussendeur. Mijn oma had interesse in genealogie en had veel namen herleid uit beide kanten van mijn familie. Voor één moment dacht ik “Jonas Steur, haha, nee dat kan niet”. Maar ik moest het een keer hebben gedacht, om te weten hoe het klinkt. Ik was er nooit serieus over, hoewel het wel voldeed aan mijn eisen: het was een Nederlandse naam die niet veel voorkomt. In ieder geval niet zo veel als Bakker, of Schaap. Het bracht me wel op een idee. Waarom niet kijken binnen mijn familie?

Dus ik mocht de bestanden van mijn oma bekijken. Ze had er echt werk van gemaakt en tot aan 1800 had ze een uitgebreide collectie. Ik kwam namen tegen als Korthals en Admiraal. Beiden hadden wel wat, maar uiteindelijk koos ik voor Dubelaar. Dat klonk met “Jonas” toch beter. Ik vond de naam ook interessant, want er was ook een Duitse variant “Döveler” en dat deed me denken aan duif. Het is mij onduidelijk welke het origineel was, maar er zijn aanwijzingen dat Dubelaar toch echt Nederlands is, en niet uit Duitsland is overgewaaid. Kijk, daar had ik dus mijn naam: echt Nederlands, maar niet veelvoorkomend.

Steur en Dubelaar

Helaas kan ik de bestanden van mijn oma niet meer inzien, maar recent ben ik weer op onderzoek uitgegaan over mijn familiaire connectie met de naam “Dubelaar” (even ter herinnering, ik heet zelf Steur). Ik had ooit gehoord dat ik familie ben van de kinderboekenschrijfster Thea Dubelaar, waar ik pas achter was gekomen nadat ik de naam voor mijn hoofdpersonage had verzonnen. Ik ben met haar al een tijdje verbonden op Facebook, maar ik heb dit haar nooit verteld, want ik dacht altijd “tja, wat heeft zij aan die informatie?” Kom ik daar even interessant doen. Recent kwam zij er zelf achter en zei grappend over Jonas: “ik wist niet dat we een hoofdpersoon in de familie hadden”. Onze gemeenschappelijke voorouder is voor mij echter 5 generaties terug, maar het idee is leuk! Ik kwam daardoor ook in contact met een vrouw die mijn overgrootmoeder “Gientje” (Regina Geertruida Cornelia Dubelaar) nog heeft gekend en me over haar kon vertellen. Grappig hoe tijdlijnen zo door elkaar heenlopen. En “tijd” is ook nog eens een thema in de Jonas Dubelaar serie.

Leesniveau omhoog? Focus dan op leesplezier ontwikkelen

Maak jij je zorgen over het dalende leesniveau in Nederland? Ik wel, want boeken gaan me aan het hart. Het is volop in het nieuws gekomen, zoals bij de NOS en behandeld bij programma’s zoals Zondag met Lubach. Eén van de dingen die ik daarin mis is het algemene beeld van lezen. Hoe praten scholen, ouders en vriendjes en vriendinnetjes over boeken? Hoe veel mensen kom je in de trein tegen die een boek lezen? Er zijn minder bibliotheken, boekhandels hebben het zwaar. Dus laten we eerlijk zijn: het imago van een boek lezen is verslechterd in de afgelopen 20 jaar. Misschien niet onder de mensen die nu boven de twintig zijn, maar beneden die leeftijd. “Lezen is stom”, “Lezen is saai”, “Ik kijk liever een film”, “Ik ga liever gamen”. Herkenbaar? Dan snap je wat ik bedoel.

Dat is deels te wijten aan de digitale wereld die ontwikkeld is. Het is om ons heen en we kunnen er niet omheen. Maar we kunnen daarnáást nog steeds lezen stimuleren. De beste manier is niet blijven hameren op de ontwikkeling van leesvaardigheid, maar de focus te verleggen naar leesplezíér. Stichting Leesplezier steunt bijvoorbeeld op lokaal niveau het ontwikkelen en versterken van leesplezier en heeft daar een heel adviesteam achter. Ik denk dat dat op de lange termijn mooie effecten gaat hebben.

We hebben het zelf in de hand

Maar we kunnen zelf ook iets doen. Ik weet dat er ouders zijn die wat ik zeg al hebben geprobeerd, en toegegeven, elk kind is anders en sommigen zijn lastig aan het lezen te krijgen. Het is ook een proces dat 1) vroeg begint, met o.a. voorlezen, uitstapjes naar de bibliotheek en/of boekhandel en 2) dat je moet volhouden naarmate de kinderen ouder worden. En dat hou je het beste vol door léuke boeken aan te bieden. En leuk en kwalitatief sluiten elkaar niet uit, hè? Volgens mij zien we allemaal dat boeken van Annie M.G. Schmidt, Thea Beckman en Tonke Dragt en nog zo veel andere bekende kinderboekenschrijvers mee hebben geholpen aan jouw eigen leesontwikkeling, zowel in leesvaardigheid als in leesplezier.

Om dat leesplezier aan te wakkeren, denk ik dat we ons eigen steentje kunnen bijdragen door eens in de zoveel tijd de kinderen in jouw omgeving het signaal te geven dat boeken lezen én leuk én belangrijk is. Eén van die manieren is gewoonweg: geef een boek als cadeau! Voor een verjaardag, voor Sinterklaas, voor Kerst of voor de zomervakantie, voor in de auto onderweg. Overigens kunnen luisterboeken daarin óók wonderen verrichten.

Op deze manier pak je die twee facetten die ik noemde in één klap aan:

  1. Het kan een kind dat weinig/niet leest laten ervaren dat een boek leuk is, waardoor de kans dat hij/zij later graag een nieuw boek oppakt en uitleest, stijgt. Het kan natuurlijk een lastige zoektocht zijn naar een boek dat hij/zij leuk gaat vinden, maar houd vol!
  2. Het houdt de boekenliefde van kinderen die al boekenwurmen zijn in stand. Juist tussen 10 en 14 valt er vaak een gat. YA is populair en verkoopt en boekenwinkels en kinderboeken worden altijd gestimuleerd, omdat we het belangrijk vinden dat kinderen goed leren lezen. Maar ook daartussen moeten we niet verzwakken.

Daarom hoop ik ook dat mijn boeken bij tieners van die leeftijd terecht komt, voordat ze verplicht moeten lezen voor de lijst. Als een laatste eindsprint om het leesplezier vast te houden, zodat “de lijst” hen niet eeuwig het leesplezier ontneemt. Het maakt de lijst misschien niet leuker, maar het kan wel net dat ene steuntje in de rug zijn waardoor ze later erop terug kunnen kijken met het idee dat de lijst misschien niet zo leuk was, maar wel waardevol, en dat ze daarom als volwassene 1) voor hun plezier blijven lezen en 2) ook het niveau hebben voor leeswerk dat praktisch is om te kunnen lezen.

Inspiratie opdoen?

Kinderen t/m 10 jaar: Vraag om persoonlijk advies bij je lokale boekhandel of een speciale Kinderboekhandel. Ook al hebben ze een boek niet, ze kunnen dat net zo snel bestellen en leveren als bol. Snuffel ook met kinderen door de bibliotheek. Zolang ze maar een boek kiezen, hebben ze keuzevrijheid. Dat gevoel helpt ook in leesplezier ontwikkelen.

Kinderen tussen 10 en 14: dit waren vroeger de C-boeken, weet je nog? Er zijn meerdere uitgeverijen die dit nog steeds uitgeven, maar minder opvallen. Google zelf of kijk eens naar Kluitman, Nimisa, Godijn Publishing, Dutch Venture Publishing of Hamley Books. En natuurlijk schrijf ik zelf voor perfect die leeftijd, dus neem eens een kijkje in mijn winkel: link.

Jeugd van 14+: dit is de typische YA die zo populair is. Bij bovengenoemde uitgeverijen kan je ook een groot YA aanbod vinden. Op websites zoals www.hebban.nl kan je makkelijk zoeken naar wat populair is én de recensies lezen. Je mag zelfs mij benaderen voor persoonlijk advies, want ik ken veel van de auteurs en wat zij schrijven: [email protected] of PB me via Facebook: www.facebook.com/JonasDubelaar

Er zijn ook boekengroepen waar jij een oproepje kan doen, zoals “Young Adults boeken en series” en “Kinderboeken en YA” op Facebook.